
bladwijzers
ontdek de wereld van eetbare planten
Zevenblad

BBG
Best bewaard geheim
Waarom?
Wie een tuin heeft noemt het tuinierszweet,
Ik noem het liever een plant voor luie tuiniers, hij hoeft geen mest, geen pesticiden, … hij groeit lekker vanzelf.
Ik leerde ze kennen door wildplukchef Kobe Desramaults. Hij was niet de eerste die het zevenblad door het eten deed.
Het kwam hier dankzij de Romeinen. Zij kweekten het onderweg om hun legers eten te kunnen geven want… het zevenblad groeit ontzettend snel en .. is erg voedzaam. Ook in kloosters werd het aangeplant en stond het te pronken tussen de salie en rozemarijn. Niet alleen in onze contreien, ook in China en Tibet.
Waar je het zevenblad vindt?
Het groeit graag langs de waterkant, bosranden, op voedselrijke gronden. Van Europa tot Azië. Overal waar wat schaduw is vind je zevenblad, dus niet in de volle zon, ook niet aan zee en op een zandpad.
Het is echt een plant die in België goed gedijt. Je kan hem het hele jaar door eten. Van kiemplantjes, tot zaad. Het blad, de stengels en de bloem. Je mag hem ook het hele jaar door eten.
De bloem gebruik ik eerder decoratief, die heeft niet zo veel smaak maar het oog wil ook wat.
Wist je dat in de 1700 jaren het zaad als een Ethiopisch Karwij werd verkocht, het zou een powerfood geweest zijn. Vraag is of het echt van Ethiopië kwam. Ik heb het zo niet met het zaad, maar dat kan persoonlijk zijn.
Ik eet de scheutjes en jonge blad rauw, het grotere blad gaat in de stoofpotjes, tussen de aardappels of fijngesnipperd door de polenta.
Vanaf het moment dat de sneeuw terug gesmolten is steekt het zevenblad naar boven. Ik maai het zelfs zodat ik steeds jonge scheuten heb.
De Romeinen aten het niet zo maar. Het gaf hun paardekracht! Zevenblad zit vol eiwit, vitamine A & C, mineralen, er zit meer in dan in een kropje sla.
Benieuwd naar de rest van het verhaal? Kom mee op wildpluk of schrijf je in op de nieuwsbrief.
Duindoorn

Duindoorn
Toen ik voor het eerst hier duindoorn tegenkwam heb ik hem nog niet meteen durven plukken.
Wat deed deze typische zee plant hier hoog in de bergen?
Maar de bergen en de zee, die hebben wel wat meer gemeen.
Het weer bijvoorbeeld. Het is hier zelden een week grijs… hooguit een dag of 2. En zijn er wolken dan kunnen ze snel wegtrekken, .. of net omgekeerd.
En ondertussen ontdekte ik hier meer zeeplanten, de zeevenkel bvb…
Wat is er zo bijzonder aan deze stekelige plant?
Ze zijn niet gemakkelijk te plukken, een handschoen of snoeischaar zijn geen overbodige luxe. Gelukkig bestaan er eenvoudige truukjes. Ik zoek een paar takken met flink wat bessen aan, knip deze af en leg ze in de diepvries. Ze worden bovendien een stuk minder zuur door het vriezen.
Maar wat doe je nou met die zure bessen?
Je kan ze gebruiken in sap, jam, siroop, dressing, kefir en kombucha, …
Ikzelf gebruik het in kombucha, ginger beer en kefir, ik maak er goed bruisende alcoholvrije drankjes van!
Wist je dat de bessen die aan de takken blijven plakken gisten waardoor er alcohol in komt te zitten. De vogels die er dan van snoepen worden lekker tipsy. Blijkbaar vliegen ze dan rond als zatte vogels…
Een heerlijk zuurtje dus, waar je lekker van opkikkert!
meer weten? ontdek hem tijdens een wildpluk in de Alpen
Gele Gentiaan

De gele gentiaan: de grote dame van de Alpen
Et voila, de gele gentiaan, of zoals de Fransen zeggen, la fée jaune, is een opvallende verschijning op de Alpenweides. Dit is geen verlegen bloempje zoals de edelweiss – nee, deze grootse dame kan tot wel anderhalve meter hoog groeien!
En wist je dat een volwassen gentiaan ouder kan zijn dan jij? Ze kan namelijk tot 60 jaar oud worden en bloeit pas voor het eerst na 10 jaar. Een echte levenskunstenaar, want ze blijft trouw op haar plekje terugkomen, jaar na jaar. Tja, dat is eigen aan een vaste plant.
Haar wortel wordt ook dikker en langer met de leeftijd, tot een voorarm dik en tot 1 meter lang.
De gele gentiaan is een echte bergbloem die je alleen boven de 900 meter hoogte tegenkomt. Ze groeit door tot op 2200 meter, en dat niet alleen in de Alpen, maar ook in de Pyreneeën, de Vogezen en alle andere gematigde alpiene streken, tot in West Azië. Ze kan temperaturen aan tot - 25 graden.
En er is een oude volkswijsheid die zegt dat de lengte van de gentiaan voorspelt hoeveel sneeuw er die winter zal vallen. Hoe hoger de plant, hoe dieper de sneeuw. Helaas is ook deze alpenwijsheid inmiddels net zo betrouwbaar als een weerapp: het klimaat verandert, en de winters zijn onvoorspelbaarder dan ooit.
meer weten? schrijf je in op een wildpluk in de Alpen
De Lariks

De Lariks: Goud van de Alpen
Naaldbomen? Voor mij waren dat altijd die typische bergbewoners, ingesneeuwd en glanzend in dikke witte jassen. Maar sinds ik hier woon, weet ik dat bossen véél meer te bieden hebben dan die eeuwiggroene soldaten. Gelukkig maar, want gemengde bossen brengen leven, licht, en magie. (En natuurlijk ook diversiteit)
Toch, als het over de Lariks gaat, zit ik meteen weer in de bergen. Deze unieke naaldboom is geen doorsnee kerstboom, den of spar. Nee, de Lariks (of Lork, of Mélèze, zoals ze hem in Frankrijk noemen) heeft een heel eigen verhaal.
"Een bergboom vol verrassingen"
In de lente herken je de Lariks meteen. Zijn naalden zijn dan limoengroen en zo fris dat ze haast licht geven. Hij is één van de weinige naaldbomen die zijn naalden laat vallen in de herfst, net als de Ginkgo en de Moerascipres. Dat maakt zijn bodem rijk aan humus en laat in het voorjaar het zonlicht door. Resultaat? Een bruisend bodemleven dat je in andere naaldbossen zelden ziet.
In de herfst toont de Lariks zijn gouden kant. Hele berghellingen kleuren dan in tinten die je nergens anders vindt – de beroemde “Golden Alps.” Als je ooit de kans krijgt, bezoek de bergen in dit seizoen. Het landschap lijkt wel een schilderij.
De Lariks staat ook bekend om zijn harde, duurzame hout. In De Acht Bergen (ja, dat prachtige boek) wordt beschreven hoe de dakconstructies in bergdorpen altijd van Larikshout worden gemaakt. Waarom? Het trotseert weer, wind en sneeuw, rot niet en houdt insecten op afstand dankzij het hars. Een edele houtsoort, perfect voor balkons en ander houtwerk dat de tand des tijds moet doorstaan.
"De smaak van het bos"
Maar wij, wildplukkers, kijken natuurlijk naar wat deze boom te bieden heeft voor de keuken. En geloof me, dat is niet mis!
-
Bloemen: In de vroege lente verschijnen er hemelse rode bloemen. Deze vrouwelijke bloesems – fris en fruitig van smaak – kun je gebruiken voor siroop, confituur, sauzen, en zelfs stoofpotjes. Ze voegen een subtiele bessentoets toe aan je gerecht.
-
Naalden: In de lente, als de naalden nog zacht en jong zijn, hebben ze een frisse citroenachtige smaak. Perfect om fijngehakt over gerechten te strooien, of om olie of kruidenazijn mee op smaak te brengen. Een bosvinaigrette? Zeker weten.
Lariks-siroop: een stukje berg in een pot
Wil je een smakelijke herinnering aan de bergen mee naar huis nemen? Maak dan een eenvoudige siroop van Lariksnaalden.
Welkom in de Alpen en maak samen deze fantastische souvenir.
De brandnetel Prikkelend lekker

Prikkelend en onweerstaanbaar,
Ik ben helemaal verslingerd aan de smaak van brandnetel.
(En ja, ik kan hem blind proeven, daar durf ik op te wedden!)
Jarenlang was deze groene prikkelplant de enige wilde plant die mijn keuken binnenwandelde. Waarom? Simpel: andere planten kende ik niet goed genoeg, en de brandnetel... die groeit letterlijk overal. Hij is altijd binnen handbereik, en ik ben er gewoon gek op.
Zelfs in mijn stadstuintje in Antwerpen heeft hij een plekje. Ik kweek er eentje alsof het een zeldzame delicatesse is. Door hem vaak te knippen, blijft hij verse jonge scheutjes aanmaken. En die? Die zijn het allerlekkerst.
Ondertussen ben ik een heel stuk plantenwijzer geworden, maar de brandnetel blijft in mijn top 5. Waarom? Omdat hij me niet alleen figuurlijk, maar ook letterlijk prikkelt! Hij geeft me energie, een natuurlijke boost. Mijn ultieme groene power-up.
Energie uit... zaden?
Wist je dat brandnetelzaden echte energiebommetjes zijn? Die trosjes die in de zomer aan de plant hangen – groen of bruin, afhankelijk van hoe rijp ze zijn – kun je roosteren. Een droog pannetje, even laten knisperen en voilà: een krachtig strooisel voor je ontbijt, mayonaise, of wat dan ook.
Brandnetel is zo veelzijdig dat ik hem in alles gebruik.
-
Soep? Natuurlijk.
-
Koekjes? Absoluut.
-
Wok? Gaat perfect.
-
Puree, sauzen of vinaigrette? Reken maar.
Zelfs rauw voeg ik hem toe, zolang ik de blaadjes hak of meng met wat olie om de brandharen onschadelijk te maken.
De brandnetel prikkelt mijn creativiteit. Wat dacht je van schilderen met brandnetel? Of een voetenbad? En ja, er zijn zelfs haarlotions op basis van deze plant. De mogelijkheden zijn eindeloos. Ik voel de goesting komen om een prikkelende brandnetelworkshop op het aanbod te zetten.
Meer prikkelende nieuws? Schrijf je in op de nieuwsbrief of kom eens mee op plukwandeling.